Kan de winnaar zijn inschrijving wel waarmaken?

Volgens vaste jurisprudentie is inschrijving onder de kostprijs toegestaan, tenzij uit de aanbestedingsstukken blijkt dat dit verboden is. Strategisch inschrijven (waarbij de inschrijving zodanig wordt ingericht dat daarmee zoveel mogelijk punten worden behaald) is dus in beginsel toegestaan. Bij een manipulatieve inschrijving daarentegen weet de inschrijver de opdracht naar zich toe te trekken door een inschrijving te doen die weliswaar aan de eisen voldoet, maar een resultaat geeft dat niet door de beoordelingssystematiek wordt beoogd. Dat kan het geval zijn als een inschrijving een vergelijking met andere inschrijvingen onmogelijk maakt en daardoor de mededinging belemmert. Onder omstandigheden kan een inschrijving ook manipulatief zijn als op voorhand vaststaat dat een inschrijver het werk niet daadwerkelijk voor de aangeboden prijs kan uitvoeren en de kosten op een andere manier bij de aanbestedende dienst wil neerleggen. Manipulatief inschrijven is dan ook altijd verboden.

Uitspraken

Onlangs zijn er over deze onderwerpen twee interessante uitspraken gedaan in kort geding. Beide zaken speelden voor de Voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag.

De eerste uitspraak betrof een aanbesteding voor personenvervoer over water waarbij de afgewezen inschrijver meende dat de winnaar niet realistisch en niet haalbaar zou hebben ingeschreven. Zijn inschrijving zou volgens de afgewezen inschrijver ongeldig zijn en niet voor gunning in aanmerking komen.

In de tweede uitspraak ging het om een aanbesteding voor een raamovereenkomst voor inspectie van gymzalen en leveren van gymmaterialen. De afgewezen inschrijver meende dat de winnaar irreëel, manipulatief, non-conform en abnormaal laag had ingeschreven. Dit had volgens de afgewezen inschrijver tot uitsluiting moeten leiden.

Wat beide uitspraken nog eens laten zien is dat het aan de aanbestedende dienst is om een inschrijving te beoordelen. Het uitgangspunt daarbij is dat de aanbestedende dienst bij elke aanbestedingsprocedure met de grootst mogelijke zorgvuldigheid moet handelen en goed moet motiveren waarom voor de winnaar is gekozen. Daarbij mag de aanbestedende dienst uitgaan van de juistheid van de inschrijving (tenzij bij voorbaat al duidelijk is dat de inschrijver zal tekortschieten).

Indien een afgewezen inschrijver meent dat de opdracht niet kan worden waargemaakt, zal deze met concrete aanwijzingen moeten komen. Speculaties of vermoedens zijn onvoldoende. Pas wanneer door concrete aanwijzingen twijfel ontstaat bij de aanbestedende dienst zal deze voldoende inzichtelijk moeten maken dat en waarom aan de door hem gestelde eisen en voorwaarden wordt voldaan. De aanbestedende dienst moet de inschrijving dan actief controleren en verificatievragen stellen aan de winnende partij.

In beide zaken heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de afgewezen inschrijvers onvoldoende concrete aanwijzingen hebben laten zien waaruit zou blijken dat de inschrijvingen van de winnende partij ongeldig zijn.

Conclusie

Voor inschrijvers geldt dat zij met bewijzen moeten komen als zij menen dat de winnende partij haar  inschrijving niet kan waarmaken.

Voor aanbestedende diensten geldt dat zij bij twijfel verificatievragen moeten stellen aan de inschrijver.

Kan de winnaar zijn inschrijving wel waarmaken?